Pinksteren is tegenwoordig een van de belangrijkste christelijke feestdagen en wordt 50 dagen na Pasen gevierd. In het Nieuwe Testament geldt het als de dag waarop de Heilige Geest op de leerlingen neerdaalde – de zogenaamde “geboorte van de kerk”. Maar net als veel andere christelijke feestdagen heeft ook Pinksteren diepere wortels die teruggaan tot voorchristelijke, heidense tijden. Heidense wortels van het Pinksterfeest. Voordat het christendom Pinksteren overnam, was de periode rond de lente en de vroege zomer al van groot religieus belang in veel culturen in Europa en het Midden-Oosten. Deze heidense feesten vierden vooral het ontwaken van de natuur, vruchtbaarheid, het groeien van het gewas en de terugkeer van het leven na de winter.
In Germaanse en Keltische tradities waren er in deze tijd zogenaamde meifeesten of vruchtbaarheidsrituelen, waarbij godinnen zoals Freya of Ostara werden geëerd. Deze feesten markeerden de overgang van de lente naar de zomer en vierden groei, warmte en leven. Vuur, bloemen en bomen speelden een centrale rol – symbolen van vruchtbaarheid, vernieuwing en spirituele reiniging.
Ook in de Romeinse wereld waren er in deze tijd feesten zoals de Floralia, ter ere van de godin Flora, die stond voor bloei en leven. In de Joodse traditie werd rond dezelfde tijd het Wekenfeest (Sjavoeot) gevierd, een oogstfeest én een herdenking van de overhandiging van de Thora op de Sinaï. Dit feest werd later direct geïntegreerd in de christelijke Pinkstertraditie.
De kerstening
Met de verspreiding van het christendom werden veel van deze feesten „herschreven” en in een christelijke context geplaatst om de acceptatie van het nieuwe geloof te vergroten, want niet alle gelovigen namen vrijwillig het christendom aan. De geest van de lente – vernieuwing, vruchtbaarheid, levensenergie – werd nu voorgesteld in het beeld van de Heilige Geest, die als een levendige wind over de leerlingen kwam.
Zo versmolten oude gebruiken met de nieuwe leer: vruchtbaarheidsrituelen werden plechtige processies, boom- en bloemenrituelen veranderden in pinksterversieringen, en de natuurgeest werd de Heilige Geest. Ook het gebruik van de “Pinksteros” of het “Pinksterpaardrijden” op het platteland heeft waarschijnlijk voorchristelijke wortels, waarbij dieren en rituelen bedoeld waren om een goede oogst te verzekeren. Pinksteren is vandaag de dag een christelijk feest met diepe spirituele betekenis, maar de wortels reiken ver terug naar de voorchristelijke tijd, waarin oeroude tradities de terugkeer van het leven, de vruchtbaarheid en de spirituele vernieuwing vierden.
Vrolijk Pinksteren!